Eindopbrengsten
De ontwikkeling van onze leerlingen aan het eind van de basisschool meten we met de centrale eindtoets van Cito. In beginsel laten we daaraan alle leerlingen meedoen. De onderstaande uitslag wordt daar op gebaseerd. Daarnaast nemen we ook wereldoriëntatie af. Dit is een facultatief onderdeel en is niet opgenomen in de citoscore.
Onze opbrengsten de afgelopen 3 schooljaren:
Onze gemiddelde score ligt ruim boven de ondergrens.
De Centrale Eindtoets rapporteert niet enkel in een cito score, maar toetst ook de inhoud van de taaldomeinen (lezen en taalverzorging) en van alle rekendomeinen binnen de referentieniveaus. De toets meet in referentieniveau wat een leerling beheerst. Hierbij staat 1F voor fundamenteel niveau. Dit is het niveau dat iedere leerling aan het einde van de basisschool moet beheersen. Er zijn ook leerlingen die boven het fundamenteel niveau scoren. Dit wordt voor rekenen weergegeven als streefniveau ( 1S ). Bij taalverzorging en lezen wordt dit aangeduid als 2F.
Met ingang van 2020-2021 beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de resultaten van scholen op een nieuwe wijze. De nieuwe indicatoren worden:
1. Hebben voldoende leerlingen 1F gehaald voor lezen, taalverzorging en rekenen?
2. Hebben voldoende leerlingen 2F/1S gehaald voor lezen (2F), taalverzorging (2F) en rekenen (1S)?
Daarbij kijkt de inspectie naar de resultaten van de laatste drie jaar samen waarbij de leerlingenpopulatie (schoolweging) de norm (zgn. signaleringswaarde) bepaalt. De schoolweging wordt vastgesteld door het CBS.
In onderstaande tabel staan de behaalde referentieniveaus in percentage. We scoren hier ruim boven de signaleringswaarde.
Onze uitstroom
De afgelopen drie schooljaren was onze uitstroom:
Advies 2016-2017 2017-2018 2018-2019
VWO 27 25 31
Havo-VWO 15 10 8
Havo 4 7 8
Mavo-Havo 1 3 2
Mavo (VMBO-tl) 4 2 4
VMBO kader-VMBO-tl 1 1
VMBO kader 2
totaal 52 49 54
Kwaliteit van onze adviezen
We onderzoeken jaarlijks of onze leerlingen naar verwachting functioneren in het vervolgonderwijs. Met behulp van de gegevens die we van de VO-scholen ontvangen, stellen we vast of er sprake is van vertraging, versnelling, uitval of afstromen. We bepalen dan hoeveel leerlingen er zonder vertraging op het geadviseerde niveau zitten in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs. We hanteren daarbij de door de onderwijsinspectie gestelde norm van 25%. Als meer dan 25% van onze leerlingen in het derde jaar voortgezet onderwijs niet op het geadviseerde niveau functioneert of met vertraging te maken heeft gekregen, dan beschouwen we dat als een indicatie, dat we mogelijk te hoog of te laag adviseren.
De afgelopen schooljaren laat analyse zien dat we goed adviseren. Dit is bevestigd tijdens het themabezoek “Overgang van po naar vo” van de onderwijsinspectie in januari 2019.